Ik ben God - en ik ook!
boek 1: De QuantumFormule

Over de auteur

afbeeldingen/fotoauteur2.jpg





Het was een heerlijke vakantie. Met z’n drietjes wandelden wij in de zon door het Oostenrijkse bergdorpje Filzmoos. Supergelukkig waren wij. Mijn vrouw en ik waren na vijftien jaar nog steeds verliefd op elkaar en wij waren gek op het allerliefste jongetje van de wereld: ons zoontje van vijf. Onze wereld kende alleen liefde en eeuwigdurend geluk. En ik knuffelde mijn beide schatten, daar in de zon in Filzmoos in 1991.

“Geniet hier goed van. Het is eindig en zal overgaan”.

Zo helder als een kerkklok klonk deze stem in mijn hoofd. En zo totaal onverwacht, dat ik er een beetje van schrok. Zó in strijd met onze realiteit ook, dat ik de boodschap onmiddellijk afwees. Dit had ik mij natuurlijk verbeeld, het kon niet waar zijn. Ik dacht er nog even aan – die stem was tenslotte wel èrg duidelijk - en wij genoten verder van onze vakantie.

Later, in de zomer van 1993, genoten we met z’n drietjes van een korte vakantie in Duitsland en maakten lange wandelingen in de bossen van de Eifel. Bij het oversteken van een bruggetje bij het hotel hoorde ik plotseling dezelfde duidelijke stem die ik twee jaar daarvoor in Filzmoos had gehoord. De stem sprak:

“Ik weet dat u niet kunt accepteren dat iedereen, u zelf ook, God is. Laat dat voorlopig zo. Laat de tijd zijn werk doen".

Het is 1 mei 1995 als ik op het punt sta om van de zaak naar huis te gaan. Ik verheug mij op het avondeten, mijn vrouw kan heerlijk koken. Thuis aangekomen zie ik haar stil aan de tafel zitten. Zij zit met de rug naar mij toe en ik voel dat er iets heel erg niet in orde is. Er zijn geen tranen in haar ogen als zij in korte zinnen spreekt:

“Arie, ik ben verliefd geworden op een ander. Ik ga naar hem toe. Jij bent een goede man, het ligt niet aan jou. Ik ga weg, ik ga vanavond weg en ik kom nooit meer terug.”

Die woorden zijn in mijn brein geëtst.

En zij ging diezelfde avond weg, naar haar geliefde.

Na de noodzakelijkheden van de scheiding geregeld te hebben, hebben wij elkaar nooit meer gezien.

Meer dan twintig jaar zijn wij samen geweest. Ik zal volstaan met te verklaren dat de periode die volgde de moeilijkste was van mijn leven. Ik moest mijzelf opnieuw uitvinden, in het leven dat nu voor mij lag en ik stortte mij op mijn werk.

Toen begon het meest opwindende gesprek met de Stem dat ik mij kon voorstellen.


Arie Schaberg






"If at first, the idea is not absurd, there is no hope for it.".